-
1 openbare betrekking
прил. -
2 een openbare betrekking
een openbare betrekkingVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een openbare betrekking
-
3 betrekking
2 [band, verhouding] relation(ship)3 [verband] relation, connection♦voorbeelden:een openbare betrekking • a public officeeen betrekking bekleden • occupy a postiemand een betrekking geven/aan een betrekking helpen • engage someone, help someone find a jobzijn betrekking opzeggen • give noticegoede betrekkingen onderhouden met • maintain good relations withnauwe betrekkingen met iemand onderhouden • maintain close ties/connections with someonein (geen) betrekking staan tot/met iemand/iets • be (un)connected with someone/something3 betrekking hebben op • relate to, concernmet betrekking tot • with regard/respect to -
4 государственная должность
adjgener. openbare betrekkingRussisch-Nederlands Universal Dictionary > государственная должность
-
5 office
n. bureau, kantoor; ambt[ offis]♦voorbeelden:¶ Office for the Dead • lijkdienst, dodenmisperform the last offices • de laatste eer bewijzenthe Foreign office • het ministerie van Buitenlandse Zakensay (divine) office • getijden bidden, brevieren1 ambt ⇒ openbare betrekking, functie♦voorbeelden:hold office • een ambt bekledenseek office • solliciteren naar een ambt -
6 государственная должность
adjgener. openbare betrekking -
7 ambt
♦voorbeelden:zijn ambt neerleggen • se démettre de ses fonctionseen ambt uitoefenen • exercer une fonction -
8 school
♦voorbeelden:de school van Plato • the Platonic schooleen gemengde school • a co-ed(ucational) schoolhogere school • college for higher educationde lagere school • elementary schoolde middelbare school • Bsecondary/ Ahigh schooleen neutrale school • a non-denominational schooleen openbare school • a Bstate/ Apublic schoolde vrije school • 〈 met betrekking tot (in) Nederland〉 the anthroposophic/Rudolph Steiner school; 〈 met betrekking tot (in) België〉 free/ 〈 voornamelijk〉 denominational schoolde middelbare school niet afmaken • drop out of secondary schoolde school duurt tot 12 uur • school ends at 12 o'clockde school gaat aan/uit • school begins/ends(de) school verzuimen • skip schoolna (de) school • after schoolnaar school gaan • go to schoolde kinderen zijn naar school • the children are at schoolde kinderen naar school brengen en halen • take the children to school and pick them up againvoor het eerst naar (de grote) school gaan • start schoolop school komen • get to schoolop de middelbare school zitten • go to/attend secondary schoolik heb nog met hem op school gezeten • I went to school with himuit school komen • come home from schoolals de kinderen van school zijn • when the children have finished schoolzij werd van school gestuurd • she was expelled from schoolschool voor jongens/voor meisjes • boys'/girls' schoolschool voor beeldende kunsten • school of design/visual artseen school voor buitengewoon onderwijs • a remedial schooleen school voor voortgezet onderwijs • a secondary school -
9 dienst
1 [het dienen (voor/door een openbare instelling)] service2 [leger, religie] service3 [het verrichten van werkzaamheden] duty♦voorbeelden:gewone, buitengewone dienst • revenue/capital accountzich in dienst stellen van • place oneself in the service ofin dienst treden • 〈 zeer hoge positie aanvaarden〉 take up office; 〈 gewoon beginnen〉 officially start one's jobik ben een maand geleden in dienst getreden bij Van Dale als redacteur • a month ago I joined Van Dale as an editorin dienst nemen • take on, engagedienst nemen, in dienst gaan • enlist, join the armyin dienst zijn • do one's military serviceik heb morgen geen dienst • I am off duty tomorrowhij heeft van 8 tot 12 dienst • he is on duty from 8 till 12de lift is buiten dienst • the lift is out of orderiemand een goede dienst bewijzen • do someone a good turnje kunt me een dienst bewijzen • you can do me a favourzijn diensten uitbreiden • extend one's servicesde ene dienst is de andere waard • one good turn deserves another6 in vaste/tijdelijke dienst zijn • hold a permanent/temporary appointmentiemand de dienst opzeggen • give someone noticeiemand in dienst hebben • employ someonein dienst zijn bij iemand • be in someone's servicein dienst van een bedrijf • in the pay of a company¶ dienst doen (als) • serve (as/for)gooi dat niet weg, het kan nog wel eens dienst doen • don't throw that away, it might come in useful some dayde dienst uitmaken • run the show, call the shotsin dienst van het vaderland • in the service of the countrytot uw dienst • you're welcomewij staan geheel tot uw dienst • we are entirely at your serviceiemand van dienst zijn met • be of service to someone withwat is er van uw dienst? • what can I do for you?kan ik u van dienst zijn? • can I help you?; 〈 in winkel ook〉 are you being served? -
10 place
place [plaas]〈v.〉1 plaats ⇒ plek, ruimte2 post ⇒ betrekking, ambt3 plein♦voorbeelden:place assise • zitplaatsplaces avant • voorbankplace debout • staanplaatsune quatre places • een auto met vier zitplaatsenavoir sa place qp. • ergens thuishorenfaire place nette • het huis ontruimense mettre à la place de qn. • zich in iemand verplaatsense mettre à la place de qn., prendre la place de qn. • iemand vervangenoccuper, avoir, tenir la première place • van het grootste belang zijnoffrir des places à qn. • iemand entreekaartjes gevenprendre place • gaan zitten, plaatsnemenregagner sa place • naar zijn plaats teruggaanremettre qn. à sa place • iemand op zijn plaats zetten, terechtwijzentenir beaucoup de place • veel ruimte in beslag nementenir sa place • zijn werk goed doen, tegen zijn taak opgewassen blijken, een eigen plaats hebbenemployer un crayon à la place d'un stylo • een potlood gebruiken in plaats van een penj'ai signé à sa place • ik heb voor hem getekendà votre place • als ik u wasplace à • maakt ruimte voorde place en place • hier en daartout est en place • alles staat klaarmettre en place • opstellen, aanbrengen, installerenne pas rester, ne pas tenir en place • niet stil kunnen zittenpar places • hier en daarrester sur place • zich niet verroerenêtre cloué de surprise sur place • als aan de grond vastgenageld staan van verbazingfaire du sur place • surplace maken; niet vooruitkomenfaire une enquête sur place • ter plaatse een onderzoek instellen〈 spreekwoord〉 (une place pour chaque chose et) chaque chose à sa place 〈 wanneer alles daar ligt waar het thuishoort, hoeft men niet lang te zoeken〉2 personne en place • hooggeplaatst, invloedrijk persoonêtre, entrer dans la place • zich een plaats verwerven in het zakenmilieu5 place d'armes • exercitieplein, paradeveldplace de guerre • vesting(stad)place forte • vesting(stad)être maître de la place • de touwtjes in handen hebbenf1) plaats, ruimte2) zitplaats3) betrekking, baantje4) plein -
11 order
n. volgorde, orde; stand; bevel; bestelling--------v. ordenen; bestellen; bevelen; leidenorder1[ o:də]1 orde 〈 ook biologie, natuurkunde, wiskunde〉 ⇒ stand, rang, (sociale) klasse/laag; 〈 formeel〉 soort, aard2 (klooster/ridder)orde♦voorbeelden:clerical order • geestelijke stand/cleruspoetry of a high order • eersteklas poëzie〈 Brits-Engels〉 in/of/ 〈 Amerikaans-Engels〉 on the order of • in de orde (van grootte) van, ongeveer, om en (na)bij¶ 〈 Brits-Engels〉 an order to view • een bezichtigingsbriefje 〈 van makelaar gekregen, tot bezichtiging van huis〉take (holy) orders • (tot) priester (gewijd) worden〈 Amerikaans-Engels〉 on the order of • zoals, in de stijl van3 bestelling ⇒ order, levering(sopdracht)♦voorbeelden:make/issue an order • een bevel uitvaardigenobey orders • een bevel/bevelen gehoorzamen/opvolgentake one's orders from • zijn bevelen krijgen van/uitby order of • op bevel/in opdracht vanon doctor's orders • op doktersvoorschriftbe under orders to • bevel (gekregen) hebben teunder the orders of • onder bevel/aanvoering vanorder to pay • betalingsmandaatorder to transfer • (giro-)overschrijvingorder for payment • assignatie, betalingsopdrachtissue an order for the payment of • opdracht/order geven tot uitbetaling vancheque to order • cheque aan orderpayable to the order of • betaalbaar aan de order van3 two orders of French fries • twee porties friet/patatplace an order for something • iets bestellenbe on order • in bestelling/besteld zijn→ tall tall/1 (rang/volg)orde ⇒ op(een)volging2 ordelijke schikking/inrichting/toestand ⇒ orde(lijkheid), ordening; geregeldheid, netheid; 〈 leger〉 opstelling; stelsel, (maatschappij)structuur4 orde ⇒ tucht, gehoorzaamheid5 bedoeling ⇒ doel, intentie♦voorbeelden:in order of importance • volgens/in (volg)orde van belangrijkheidout of order • niet in/op volgordethe order of things • de orde der dingenin good order • piekfijn/netjes in ordeleave one's affairs in order • orde op zaken stellenput/set something in order • orde scheppen in ietsout of order • defect, buiten gebruik/werking3 Order! (Order!) • Tot de orde!rise to a point of order • een procedurekwestie stellencall someone to order • iemand tot de orde roepencall (a meeting) to order • een vergadering voor geopend verklaren〈 formeel〉 in order • in orde, in overeenstemming met de regels, geoorloofdbe out of order • buiten de orde/het reglement van orde gaan 〈 van spreker〉; (nog) niet aan de orde zijn 〈 van voorstel, zaak enz.〉keep order • de orde bewaren/handhavenin order to • om, teneinde————————order21 bevelen ⇒ het bevel hebben/voerenII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 ordenen ⇒ in orde brengen, (rang)schikken2 (een) bevel/order/opdracht geven ⇒ het bevel geven (tot); verordenen, gelasten; verzoeken om; voorschrijven 〈 van dokter〉♦voorbeelden:order someone a month's rest • iemand een maand rust voorschrijvenhe ordered the troops to open fire • hij gaf de troepen bevel het vuur te openen¶ order someone about/around • iemand (steeds) commanderen/voortdurend de wet voorschrijvenorder home • naar huis/het vaderland (terug)sturenorder someone off • van/uit het veld sturen 〈 van scheidsrechter〉order round • laten komen/halen→ order out order out/ -
12 dienst
♦voorbeelden:de gemeentelijke sociale diensten • le service social de la communevrij van dienst zijn • avoir fini son serviceiemand een goede dienst bewijzen • rendre service à qn.hij heeft van 8 tot 12 dienst • il est de service de 8 heures à midiiemand de dienst opzeggen • donner son congé à qn.in dienst stellen • mettre en servicedienst weigeren • refuser de faire son service militairedie wagen is buiten dienst gesteld • cette voiture a été mise hors servicein dienst treden • entrer en fonctioniemand in dienst nemen • engager qn.in dienst staan van • être au service dezich in dienst stellen van • se mettre à la disposition de (qn.)arbeiders in dienst hebben • employer des ouvriersbij iemand in dienst zijn • être au service de qn.in dienst zijn • faire son service (militaire)voor dienst tekenen • s'engager dans l'arméede dienst uitmaken • faire la pluie et le beau tempsten dienste staan (van iemand) • être à la disposition (de qn.)tot uw dienst • à votre servicedat boekje is me van dienst geweest • j'ai tiré grand profit de ce livrewat is er van uw dienst? • que puis-je faire pour votre service? -
13 bedrijf
-
14 gelegenheid
2 [mogelijkheid, omstandigheid] opportunity ⇒ chance, facilities 〈 voor bepaalde handeling of doel〉, provision 〈 voor bepaalde handeling of doel〉3 [reisgelegenheid] means of conveyance/transport ⇒ travelling facility5 [voorkomend geval] occasion♦voorbeelden:2 dat deed hij zomaar op eigen gelegenheid • he did it off his own bat/unaidedeen gunstige gelegenheid afwachten • wait for the right momentde gelegenheid aangrijpen/waarnemen om … • take advantage of/seize the opportunity to …die streek biedt volop gelegenheid voor fietstochten • that area offers ample opportunity/facilities for cyclingde gelegenheid voorbij laten gaan • miss the chance/opportunity, let the opportunity slip (by)als de gelegenheid zich voordoet • when the opportunity presents itselfbij gelegenheid • later, when it's (more) convenientbij de eerste de beste gelegenheid • at the first possible/available opportunityin de gelegenheid zijn om … • be able to, have the opportunity to …er is gelegenheid om te dansen/te slapen • there are dancing facilities/there is sleeping accommodationik maak van de gelegenheid gebruik om … • I take this opportunity to …de gelegenheid te baat nemen • grasp/seize the opportunitylaten we in die gelegenheid iets drinken • let's have a drink in that barbij voorkomende gelegenheid • if/when the occasion arisesbij zulke/bepaalde gelegenheden • on such/certain occasionster gelegenheid van • on the occasion ofvoor de gelegenheid droeg zij een feestjapon • she wore a gown for the occasion -
15 orde
1 [regelmatige plaatsing, vastgestelde opeenvolging] order3 [vereniging van personen] order5 [biologie] order6 [religie] order (of priesthood)7 [onderscheiding] order♦voorbeelden:1 tot de orde van de dag overgaan • proceed/pass to the order of the dayvoor de goede orde wijs ik u erop dat … • for the record, I would like to point out to you/remind you that …orde scheppen in de chaos • produce order out of chaosiets aan de orde brengen • raise a matter/question, bring something upaan de orde zijn • be under discussionz'n kleren in orde brengen • straighten out one's clothes, adjust one's dressna de verhuizing waren zij snel weer op orde • they quickly got settled in after their move〈 figuurlijk〉 iemand tot de orde roepen • call someone to order, bring someone into lineverstoring van de openbare orde • disturbance of the peace, disorderly conduct, violation of civil orderde orde bewaren • keep/preserve/maintain orderzij kan goed orde houden • she is good at keeping order/disciplineorde moet er zijn! • we need more law and order!ik ben weer in orde • I'm all right again, I'm fine againdat komt (wel) in orde • 〈 ik zorg ervoor〉 I'll see to it; 〈 het komt wel goed〉 it will turn out all right/OKin orde! • all right!, fine!, OK!het toestel is (niet) in orde • there is nothing/something wrong with the appliance, the appliance is (not) in running/working orderis alles weer in orde tussen jullie? • is everything all right/OK between you two again?orde op zaken stellen • put/set things right; 〈 met betrekking tot eigen zaken〉 put one's affairs in orderin die orde van grootte • of that order (of magnitude)7 iemand een orde verlenen • invest someone with a decoration, decorate someone -
16 rayon
-
17 roeper
2 [met betrekking tot een openbare verkoping] auctioneer3 [megafoon] megaphone
См. также в других словарях:
Caribbean Netherlands — Caribisch Nederland (Dutch) Hulanda Karibe (Papiamento) … Wikipedia
Special member state territories and the European Union — Map of European Union in the world (with overseas countries and territories (OCT) and outermost regions (OMR)) Several European Union member states have special territories which, for historical, geographical, or political reasons, enjoy special… … Wikipedia